Ex-quarterback Colin Kaepernick vindt de sociale ontwikkeling van de afgelopen jaren in de VS “wreed frustrerend”. Alledaags racisme en vooroordelen tegen individuele bevolkingsgroepen hebben een niveau bereikt “dat ik niet had verwacht”, zei de voormalige NFL-ster in een interview met GQ Germany: “Er zijn talloze pogingen gedaan om de situatie te verergeren en de geboekte vooruitgang ongedaan te maken.”

Al jaren speelt Kaepernick een voortrekkersrol in de strijd tegen racisme, onrecht en politiegeweld. Ter voorbereiding op het seizoen 2016/17 was de spelverdeler de eerste NFL-professional die uit protest knielde terwijl het Amerikaanse volkslied voor een wedstrijd werd gespeeld. Kaepernick werd zo het gezicht van de wereldwijde Black Lives Matter-beweging.

“We zijn erin geslaagd om zoveel mensen te laten opstaan en te laten zeggen dat het zo niet verder kan. Dat zoveel mensen zich bewust worden van dit probleem – en tegelijkertijd wordt het probleem nog groter. Dat baart me grote zorgen,” benadrukte de 36-jarige, die door zijn protest persona non grata werd in de NFL.

Er heerste een sfeer van optimisme, “dat alles de goede kant op gaat, dat er nu echt iets kan veranderen en dat we allemaal op weg zijn naar een betere toekomst. Maar tegelijkertijd was 2022 het jaar waarin de meeste mensen werden gedood door politieagenten – in de geschiedenis van de VS. Dus de situatie werd erger.”

Kaepernick, die de San Francisco 49ers in het seizoen 2012/13 naar de Super Bowl leidde, kreeg in 2017 geen contract meer aangeboden als gevolg van zijn protest. Sindsdien wacht de quarterback op een comeback in de NFL. Onder andere de toenmalige Amerikaanse president Donald Trump had de rebelse sterren veroordeeld en kleineerd.

Kaepernick benadrukte dat zijn primaire doel was om “het leven van de mensen om me heen en de hele zwarte gemeenschap te verbeteren”: “Het is niet altijd de makkelijkste weg die ik neem, maar de richting is duidelijk bepaald.”