In de “NFL Sunday Ticket” rechtszaak zijn miljoenen abonnees veroordeeld tot schadevergoeding wegens schending van de antitrustwetgeving. De NFL heeft echter aangekondigd in beroep te gaan tegen de uitspraak

Het zou de NFL wel eens heel duur kunnen komen te staan.

Als onderdeel van de “NFL Sunday Ticket” rechtszaak veroordeelde een jury de voetbalbond donderdag om in totaal 4,7 miljard dollar schadevergoeding te betalen aan fans en nog eens 96 miljoen dollar aan bars en cafés die de wedstrijden uitzenden.

In een rechtszaak die in 2015 werd aangespannen, beschuldigden NFL Sunday Ticket-abonnees de NFL, NFL-teams en tv-partners van samenzwering en het schenden van antitrustwetten om het sportpakket tegen een te hoge prijs te verkopen en zo de concurrentie te verstoren.

De bond biedt het “NFL Sunday Ticket”-pakket al sinds 1994 aan om fans buiten de eigenlijke markt in staat te stellen wedstrijden te bekijken die anders alleen op de lokale televisie worden uitgezonden. Een fan van de Denver Broncos die in New York woont, kan bijvoorbeeld het “NFL Sunday Ticket” gebruiken om naar de wedstrijden van zijn team te kijken.

Tot de abonnees van het ticket behoren ook sportbars en restaurants die hun omzet willen vergroten door wedstrijden van buitenlandse teams uit te zenden. Tot vorig seizoen was DirecTV de exclusieve distributeur van het “NFL Sunday Ticket” in de VS; in 2023 werd het overgenomen door Google’s YouTube TV.

Groepsgeding met miljoenen eisers

De oorspronkelijke rechtszaak werd aangespannen door de “Mucky Duck Bar” in San Francisco. De aanklagers beschuldigen de NFL en haar partners ervan dat de wedstrijden zonder de vermeende concurrentiebeperkende overeenkomsten goedkoper beschikbaar zouden zijn geweest via andere middelen.

Vorig jaar had een districtsrechter al besloten om een class action toe te staan met 2,4 miljoen particuliere klanten en 48.000 bars die het pakket tussen 2011 en 2023 hadden gekocht als eisers. Het hoge aantal eisers verklaart ook het hoge compensatiebedrag.

De NFL heeft echter al aangekondigd in beroep te gaan tegen de uitspraak. Het laatste woord in de zaak is dus zeker nog niet gesproken